Persoon

Mijn rol

Als ondernemer hielp ik bedrijven die loyaliteit van klanten en anderen belangrijk vinden met teksten en communicatieve formules bij het verkrijgen van geloofwaardigheid. Dat de content niet alleen wordt geschreven, maar ook gelezen, aanvaard en toegepast, resulteert in bijvoorbeeld herhalingsaankopen en aanbevelingen.

Gedreven op zoek naar winWinformatie
Ik werd geboren op 13 juli 1957 in Den Haag. Al jong kreeg ik belangstelling voor het combineren van economische en sociaal-ethische waarden. Op de havo had ik als droom om filmregisseur te worden, maar toen het erop aankwam koos ik voor economische vakken, wat later aanleiding werd tot een studie aan de heao in Rotterdam.
Ik koos de juridische richting met een aantal juridische vakken, maar ook met sociologie, psychologie, sociale geografie en bedrijfsorganisatie. Ik studeerde af in 1979 en ontdekte dat werken met deze studie als basis niet voor mij was weggelegd. De sfeer op de heao was dat je naar het bedrijfsleven zou gaan, puur om veel te verdienen, maar dat was voor mij niet vanzelfsprekend. Vanuit de juridische richting kon je ook naar de overheid, maar ik had inmiddels een weerzin tegen de bureaucratie ontwikkeld.

Ik maakte dus een andere keus. Ik adviseerde startende ondernemers en leidde werklozen op in het gebruik van de pc, zodat ze bij sollicitaties steviger in hun schoenen stonden. Toch wilde ik zelf ook weer de arbeidsmarkt op, ik wist dat er een eind zou moeten komen aan het vrijwilligerswerk. In 1986 liet ik een folder van mezelf drukken en verzond die aan bedrijven als open sollicitatie. De reacties waren spectaculair.

Zo bouwde ik een correspondentie op met Tweedekamerlid Broos van Erp en ik belandde aan tafel bij de beroemde Amsterdamse headhunter Johan de Vroedt. Maar pas bij Mars in Veghel vielen de schellen van mijn ogen. Op een bewolkte vrijdagmiddag in juli kreeg ik te horen ‘wij hebben je niet nodig, maar jouw eigenwijsheid en je schrijftalent vertellen me dat je aanleg hebt voor de journalistiek’.

Toelatingseis
Veel tijd voor die ommezwaai had ik niet nodig. Ik ging een avondcursus doen bij ISBW en ontdekte dat ik aanleg had voor de (bedrijfs)journalistiek. Na mijn afstuderen werd ik lid van de VBN (Vereniging voor Bedrijfsjournalistiek Nederland). Zij stelden een lagere toelatingseis dan journalistenvakbond NVJ en ik kon er mijn nog steeds bestaande fascinatie kwijt voor het spanningsveld tussen economische en sociaal-ethische factoren.

Ik werkte mee aan het ledenblad van de VBN en voorzag mezelf op die manier van een profiel, een netwerk en coaching door collega’s. Van 1992 tot 1994 werd dit werk zelfs betaald, zodat ik me helemaal kon uitleven in het maken van een blad voor vakgenoten.

Nadat de VBN in 1995 met ACON en NGPR fuseerde tot de Beroepsvereniging voor Communicatie (thans Logeion) bleef ik verbonden aan het ledenblad tot eind 1996. Het jaar daarop werd ik jurylid van de Grand Prix bedrijfsbladen, een prijs die wordt toegekend door ledenorganisaties van de FEIEA, de Europese organisatie voor de bedrijfsjournalistiek. Zie dit persbericht uit 1999.

De meest markante juryleden uit die tijd zijn: Ietje Zéguers, Robbert Zantinge, Titia van der Ploeg en Max Cramwinckel.

In 1999 werd besloten een jaarlijks blad aan de Grand Prix te verbinden, de jury vroeg me om de hoofdredactie te vervullen. Ik deed dat tot en met de aflevering van 2001, zo bedacht ik de naam Bladwijzer en de formule, die werd uitgevoerd door Willy Wong en Theo van Egmond van PlantijnCasparie Hilversum.

Gunnen
In nog een ander opzicht was 1999 een belangrijk jaar. Uitgeverij Kluwer (indertijd Samsom) vroeg me om een boek over bedrijfsbladen te schrijven. Als een gerenommeerde uitgeverij zegt dat ze hebben gehoord van je werk voor de Grand Prix en dat ze je graag die klus gunnen, dan zeg je geen nee. Vanaf toen begon een periode waarin ik regelmatig een verblijflocatie opzocht om in alle rust te kunnen schrijven. Rust was trouwens een relatief begrip: ik zat altijd in een groene omgeving, maar ik maakte dagen van soms twaalf uur en meer.

Het schrijven van dit boek was de meest eervolle klus die ik in dit vak heb mogen doen. Het is niet alleen bijzonder om een boek te mogen schrijven, het is ook nog eens extra uitdagend omdat je graag wilt dat het ook echt een goed boek is waarmee collega’s in dit nog jonge vak hun voordeel kunnen doen.

PZO

Zie ook mijn zakelijke blog: Vakvisie

Geef een reactie

– voor geloofwaardig communiceren